Immateriële schade heeft vaak grote financiële gevolgen: de kosten van extra hulp, speciale woonvoorzieningen of omscholing kunnen hoog oplopen. De ongevallen-inzittendenverzekering keert een percentage van het verzekerde bedrag uit bij overlijden en blijvende invaliditeit. Een autoverzekering kun je vaak aanvullend verzekeren met een ongevallen-inzittendenverzekering.
Ook keert deze verzekering uit bij schade waar je zelf de veroorzaker van bent, of wanneer niet kan worden vastgesteld of de bestuurder of tegenpartij schuldig is, waardoor de schade niet verhaald kan worden. De ongevallen-inzittende verzekering zorgt er voor dat jij (of nabestaanden) vooraf ook een vastgesteld bedrag krijgt uitgekeerd bij overlijden en/of blijvend invaliditeit. Aan de ongevallen-inzittendenverzekering kleven een aantal voor- en nadelen:
Voordelen
- Na een ongeval hoef je niet te wachten op een antwoord op de schuldvraag. Je krijgt namelijk direct een vast bedrag uitbetaald.
- Als bestuurder krijg je de schade vergoed. Zelfs wanneer je zelf de schuldige bent van het ongeval.
- Ook wanneer er geen schuldige partij is krijg je de schade vergoed. Hierbij kun je denken aan schade als gevolg van bijvoorbeeld een beroerte of wanneer je moet uitwijken voor een dier.
Nadelen
- De ongevallen-inzittendenverzekering dien je aanvullend af te sluiten. Je betaalt hierdoor meer premie.
- Bij blijvende invaliditeit of bij overlijden krijg je alleen een vastgesteld bedrag uitbetaald.
- De werkelijke schade na een ongeval kan hoger liggen dan het vastgestelde bedrag.
Tip: Eventueel kun je een autoverzekering ook aanvullen met een schade-inzittendenverzekering. Bij deze aanvullende verzekering krijg je de werkelijke schade vergoed. Wanneer je de keuze hebt uit beide verzekeringen, dan kun je beter kiezen voor de schade-inzittendenverzekering. Met deze aanvullende verzekering krijg je namelijk in meer situaties de schade vergoed. Daarnaast wordt bij deze verzekering ook de materiële schade vergoed.
Begrip over de autoverzekering omschreven in juli 2014. Laatst gewijzigd op 30 maart 2015.